top of page

| 5 | Van de laatste boottocht naar Abisko: De eindbestemming in zicht

  • Foto van schrijver: Milan Gelden
    Milan Gelden
  • 9 mei
  • 5 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 4 dagen geleden

Bij het uitstappen van de bus neem ik afscheid van de groep jongens en Angot. Ik weet namelijk dat ik verder ga lopen dan zij, en met mijn lichte bepakking ben ik sneller. Het is een strakblauwe, zonnige dag. De weersvoorspellingen geven aan dat de komende drie dagen prachtig zullen zijn. Maar zoals velen al hebben gezegd, is het weer in de bergen onvoorspelbaar – het kan zomaar omslaan.

Ik klim meteen omhoog en wanneer ik achterom kijk, zie ik het uitgestrekte meer waar ik in de ochtend overheen ben gegaan. Een voordeel van naar het noorden lopen, is dat de zon meestal achter me zit. Dit scheelt in de ogen en maakt het makkelijker om foto’s te maken. Ik zie voor het eerst sneeuwtoppen en een aantal gletsjers op dit stuk van de route – wat een prachtig gezicht!

De dag verloopt vrij soepel; ik kan met gemak doorstappen. Er staat nog een laatste boottocht op het programma, van ongeveer een kilometer. Ik hoop dat er twee roeiboten aan mijn kant liggen, zodat ik direct door kan. Wanneer ik het meer zie liggen en de afdaling in ga, bereik ik uiteindelijk het platform voor de roeiboten. Helaas ligt er maar één boot, waardoor ik alsnog op en neer zou moeten roeien. Er zou later die dag om 17:00 uur een motorboot gaan, maar daarvoor moet ik een lege jerrycan omhoog hijsen zodat ze het vanaf de overkant kunnen zien. Ik hijs de jerrycan omhoog en pak mijn lunch erbij. Het is al 15:00 uur, dus ik bespaar weinig tijd als ik nu heen en weer moet gaan.

De berghut aan de overkant ligt in een prachtig dal, met een waterval die achter de hut klettert. Wanneer ik mijn gevulde tortilla begin te eten, zie ik activiteit aan de overkant. Drie oranje stippen bewegen over het water. Als de stippen dichterbij komen, besef ik dat het de reddingsvesten van mensen zijn die roeien! Ik pak snel mijn spullen in, leg ze in de roeiboot en ontkoppel de boot van het plateau. Net voordat ik wil vertrekken, hoor ik geschreeuw achter me: "Wait!!". Twee personen komen de berg afgehobbeld – ze willen met me mee. De man en vrouw trekken hun reddingsvesten aan en stappen in, net op tijd om te vertrekken. We wisselen af met roeien, en dit keer is het water wat golverig, wat het roeien een extra uitdaging maakt. Gelukkig komen we veilig aan de overkant.

Het winkeltje van de berghut gaat net open, maar de voorraad is helaas erg beperkt. De man van de STF vertelt me dat sommige producten al weken geleden op waren. De voorraad wordt waarschijnlijk slechts één of twee keer per seizoen met een helikopter aangeleverd. Alle berghutten hebben namelijk een klein helikopterplatform, en het lijkt me de enige manier om hier spullen te krijgen. Het klinkt logisch, al ben ik dit vergeten te vragen. Ik koop een reep koekjes, maak een koffie en geniet van het uitzicht.

Ik had deze dag maximaal willen benutten, gezien ik later begonnen ben, dus besluit ik tot ongeveer 20:00 uur door te lopen. De vallei waarin ik loop is enorm uitgestrekt en ik kom een bord tegen met de tekst "Mordor". De vergelijking is treffend, het landschap ziet er kaal en buitenaards uit. Het zet me aan om wat Lord of the Rings-muziek op te zetten en zo door dit bijzondere landschap te wandelen.

Rond 20:00 uur vind ik een mooie plek voor mijn tent. Ik zet mijn water op om te koken en wanneer de tent staat, kan ik mijn spullen inruimen en meteen eten. De wolken beginnen donkerder te worden, maar voor nu gebeurt er nog niets. Wanneer ik later in mijn slaapzak kruip, word ik ineens wakker van de tent die tegen mijn gezicht wappert. De wind is enorm sterk en het lijkt wel alsof de tent aan flarden gaat scheuren. Ik houd een van de stokken goed vast, aangezien de haring eruit is gevlogen. Wanneer de wind iets gaat liggen, haast ik me naar buiten om de haring weer in de grond te steken en er een rots op te leggen. Dit lijkt te helpen, maar de wind blijft nog lang aanhouden. Het wordt een roerige nacht met weinig slaap. Gelukkig houdt de tent stand en blijft hij schadevrij.

De ochtend is druilerig, met lichte regen die tegen mijn tent tikt. Aangezien ik vandaag een grote afstand moet afleggen, kan ik niet blijven wachten op beter weer. Ik pak mijn spullen in en voeg de tent als laatste toe, zodat de rest van mijn spullen zo droog mogelijk blijft. Gelukkig stopt de regen al snel, wanneer ik onderweg ben.

Vandaag klim ik naar het hoogste punt van het pad, op zo'n 1130 meter. Het zijn geen alarmerende hoogtes, maar het levert toch geweldige uitzichten op. In de buurt ligt de Kebnekaise, de hoogste berg van Zweden (ongeveer 2100 meter). Sommige mensen nemen hier een uitstapje naar, zoals de groep Zweedse jongens die ik eerder ben tegengekomen.

Vlak voor de klim kom ik een berghut tegen. Ik vraag de hutwaard of ik even een kop koffie mag zetten in een van de hutten, aangezien het flink waait. Gelukkig mag het, en ik zet een stevige koffie met twee zakjes en een beetje cacaopoeder. Ik eet mijn laatste wrap op en drink mijn koffie leeg, waarna ik de buitenlucht weer opzoek.

Wanneer ik bijna de top van de bergpas bereik, kom ik een bord tegen met de tekst "Meditationsplats" – een pelgrimsplaats. Ik mediteer graag, maar niet op een koude bergpas. Het helpt om door te lopen en warm te blijven. De grijze wolken verdwijnen langzamerhand, de zon komt weer door en het wordt warmer. De lange broek kan weer uit en de herfstkleuren beginnen prachtig uit te komen, het felle licht accentueert alles.

In de verte zie ik een groot meer en een andere berghut, "Allesjaure". Ondanks de roerige nacht voel ik me goed en geniet ik van de enorme ruimte en vrijheid die de Zweedse wildernis me biedt. Het is een bijzondere ervaring om hier te lopen, alleen door zo’n immens gebied. Dit gevoel van kwetsbaarheid geeft me tegelijkertijd enorm veel vrijheid – een gevoel dat ik alleen ervaar tijdens dit soort avonturen. De reis heeft me niet alleen mooie momenten opgeleverd, maar ook veel geleerd over mezelf.

Op de avond van de laatste dag zet ik mijn tent op bij weer een groot meer. Ik ben inmiddels 48 km verder en heb nog 26 km te gaan voor de laatste dag. Ik hoop dat de berghut in Abisko, het eindpunt van de tocht, ook zo’n uitgebreid lunchbuffet heeft als in Saltoluokta. Zo kan ik precies op tijd voor de lunch aankomen!

De laatste ochtend breekt aan en ik eet de laatste koekjes, klaar voor de laatste etappe naar Abisko. Naarmate ik dichter bij mijn bestemming kom, zie ik steeds meer mensen. Het pad is vlak en gemakkelijk, langs een ruige rivier die water vanuit het berggebied naar het meer bij Abisko brengt. De "canyons" die hierdoor zijn ontstaan, zijn adembenemend.

Wanneer ik bijna in Abisko ben, loop ik door een tunnel die volledig is beschilderd met afbeeldingen van bergen, rendieren en natuur – een prachtig Kungsleden-thema. Er gaat muziek aan en ik word emotioneel. Dit is het einde van mijn tocht! Een houten werk met daarin alle plaatsnamen van de Kungsleden en de bijbehorende afstanden markeert het einde van mijn avontuur.

In Abisko aangekomen, vraag ik of er nog plaats is voor een overnachting. De prijzen zijn hoog, maar ik besluit te kamperen en het geld aan andere dingen uit te geven. Na een ontspannen sauna en een douche, breng ik de avond door met het bekijken van de zonsondergang. Het was een geweldige ervaring, eentje die ik niet snel zal vergeten.

Comments


Socials

  • Youtube
  • Black Instagram Icon
  • LinkedIn
Mijn werk supporten?
bottom of page