| 5 | Into the sierra's | Pacific Crest Trail |
- Milan Gelden
- 10 mei
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 16 jun

Tehachapi ligt midden in de Mojavewoestijn, een stoffig stadje waar de infrastructuur een duidelijke voorkeur kent: de auto is hier koning. Wandelend voel je je bijna een zeldzaamheid; het zijn vrijwel alleen andere Pacific Crest Trail-hikers die te voet gaan ā meestal onderweg naar de supermarkt of een restaurant. Een echt centrum ontbreekt, de stad is verspreid over asfalt en parkeerplaatsen.
Bijna iedereen die een rustdag neemt in Tehachapi verblijft in hetzelfde motel. De kamers zitten volgepakt: vier, vijf hikers en al hun spullen op een ruimte bedoeld voor twee. En ja, stel je die geur maar eens voor... Maar het voelt vertrouwd, gezellig zelfs. Na een bezoek aan de onvermijdelijke Walmart voor een resupply en een upgrade van mijn telefoonabonnement, kon de ontspanning echt beginnen. Het motel bleek een zwembad Ć©n een hottub te hebben ā jackpot. Al snel zat het vol met tevreden wandelaars, in het water of met de voeten omhoog aan de rand. Later die dag sloten we af bij een Chinees buffet. Onbeperkt eten, altijd een tikkeltje gevaarlijk.
Bij het motel stond ook een zogenaamde hikerboxĀ ā een goudmijn voor de slimme of zuinige hiker. Alles kan erin belanden: maaltijden, slaapmatten, batterijen, potten Nutella. Hikers dumpen wat te zwaar is of wat ze toch niet gebruiken. En anderen vissen er weer bruikbaars uit. Weggooien is zonde in deze wereld.
Vlak na Tehachapi gingen geruchten rond over blauwalg in diverse waterbronnen op de trail. Genoeg voor veel hikers om de volgende vijftig mijl over te slaan. Ik besloot het risico te nemen en liep het stuk wel ā een keuze waar ik absoluut geen spijt van heb. Het pad was prachtig: glooiend, afwisselend en met weidse uitzichten. Natuurlijk waren er ruige stukken: scherpe rotsen, losliggend grind, steile hellingen waar je zo vanaf kon glijden. Mijn schoenen begonnen hun laatste adem uit te blazen, meer dan duizend kilometer hadden ze al achter de rug. Geen profiel meer, nauwelijks demping. In Kennedy Meadows zouden mijn nieuwe stappers op me wachten ā net op tijd voor de Sierra.
Kennedy Meadows is een legendarische plek onder PCT-hikers. Wanneer je er het terrein oploopt, word je begroet met luid applaus en gejuich van andere wandelaars op het terras. Een traditie, een ode aan het bereiken van deze belangrijke mijlpaal: het einde van de woestijn, het begin van het hooggebergte.
De sfeer is uitgelaten. Er wordt gewassen, gegeten, gechat met thuis. En bij Grumpy BearāsĀ vieren we het leven: hamburgers zo groot als je hoofd, pannenkoeken zonder limiet, en bier van de tap. We blijven er ƩƩn nacht, voordat we de trail weer op gaan. De man die ons een lift terug de wildernis in geeft, waarschuwt nog: het weer kan omslaan. We glimlachen, knikken ā maar weten nog niet wat ons echt te wachten staat.


De eerste dag in de Sierraās is adembenemend. Overal geur van dennen, het geluid van kabbelende riviertjes en een serene stilte die je alleen vindt in de echte wildernis. Grote delen zijn volledig afgezonderd van de bewoonde wereld ā dagenlang zonder signaal of contact. Alles wat geur heeft zit nu in de bear canister, een verplicht vat van anderhalve kilo, bedoeld om de zwarte beren van mensenvoedsel weg te houden. We koken op afstand van ons kamp en laten de canister daar ook achter. In het begin even wennen, maar al snel wordt het routine.
Sommige dagen zie ik urenlang niemand. Alleen het ritme van mijn stappen, het geritsel van dieren en het veranderende licht om me heen. Vooral de vroege ochtend en de schemering zijn magisch: stil, koel, vol leven. Het wandelen wordt bijna meditatief. Thuis is mijn hoofd vaak gevuld met werk, deadlines, gedachten. Hier is het stil. Mijn lichaam is moe, zeker, maar mijn hoofd is leeg.
Ik loop inmiddels dagen van rond de 30 mijl, ruim 50 kilometer. Bergpassen op en af, soms 9 of 10 uur onderweg met pauzes inbegrepen. Tijdens de middagpauze speel ik vaak gitaar, om even een ander ritme te voelen dan alleen dat van mijn voeten. Soms luister ik muziek of een luisterboek. Momenteel ben ik bezig met The WitcherĀ ā je kent het misschien van de Netflix-serie of de games. Ergens herken ik mezelf erin: net als de hoofdpersoon moet ik mijn āelixersā zorgvuldig kiezen. Geen magie voor mij, maar wel cold-soaked havermout met een vitaminepil, proteĆÆne-repen met pindakaas, burritoās met noten, en poederdrankjes met elektrolyten. Functioneel eten, afgestemd op de trail.
De dag voordat we Mount Whitney willen beklimmen, begint het weer te keren. Ik zit al op 3000 meter hoogte wanneer de eerste sneeuwvlokken vallen. De eerste regen of sneeuw sinds meer dan veertig dagen. Eerst lijkt het onschuldig, maar al snel wordt het duidelijk: er komt een front aan. We besluiten te schuilen bij een ranger station iets van de trail af. In mijn hoofd: een warme hut, een kop chocomelk. Maar de ranger blijkt afwezig, dus zetten we onze tenten op en proberen zoveel mogelijk spullen droog te houden. Mijn droogzak bewijst zijn nut ā slaapzak, kleren, tent blijven droog.
Als de regen eindelijk stopt en de zon zich laat zien, hangen we alles uit om te drogen. En precies dan, alsof ik het gewenst had, komt de ranger alsnog langs. Met... jawel, warme chocomelk.
We besluiten Mount Whitney over te slaan. Het weer op 4000+ meter is te instabiel, de risicoās te groot. Jammer, maar wijs. Gelukkig kunnen we Forester Pass, de hoogste bergpas van de PCT, wĆ©l doen. En wĆ”t een ervaring. Je voelt je klein, maar ook compleet onderdeel van dit landschap.
De volgende dag klauteren we een steile pas op en dalen we af naar een kampeerplaats waar veel hikers proberen een lift te krijgen naar Bishop, een stad op woestijnniveau. Met zān negenen proppen we ons achter in een pick-up truck ā zeker niet volgens de boekjes, maar de afdaling is spectaculair. In Bishop neem ik een welverdiende rustdag, doe boodschappen voor zes dagen en bereid me voor op het volgende stuk richting Mammoth Lakes.
De voorspellingen zijn goed, maar boven in de bergen weet je het nooit. EƩn ding weet ik wƩl: ik heb er weer ongelooflijk veel zin in.


















Opmerkingen