top of page

| 4 | Van Vuonatjviken naar Kvikkjokk: bootverhalen, jachttaferelen en Van Go

  • Foto van schrijver: Milan Gelden
    Milan Gelden
  • 9 mei
  • 4 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 4 dagen geleden


In de vroege ochtend zet ik een kopje koffie terwijl ik wacht op de boot. Het is stil, de lucht koel. Dan verschijnt er plots een andere wandelaar aan de oever — een northbounder? Ik loop naar hem toe en ja hoor, hij loopt ook noordwaarts. Hij spreekt met een keurig Engels accent en komt uit Londen. Terwijl we verhalen uitwisselen, nadert het bootje.

Aan boord stappen zes mensen uit die de andere kant op gaan. Wij worden door een vrouw overgezet, een tocht van zo’n vijftien minuten. Ze wijst naar een rood-grijs huis in de verte: daar moeten we betalen. Vrijwel alle huizen hebben deze kleur, maar één huis steekt er duidelijk bovenuit. Via de achterdeur lopen we naar binnen. Achter een bureau zit een wat forse man met snor en een strenge blik. “Cash of card,” zegt hij zonder op te kijken. De Engelsman probeert nog een luchtig praatje aan te knopen, maar daar heeft de man weinig behoefte aan. Ik had al gehoord dat hij niet bekend staat om zijn gezelligheid. De overtocht kost €40 – fors, maar hij is dan ook de enige hier. Geruchten gaan dat hij zelfs een eigen watervliegtuig én helikopter bezit.

Zijn zoon, vermoed ik, reageert wel op de Engelsman. In complete jagerstenue is hij zijn geweer aan het inpakken. “What are you hunting?” vraagt de Engelsman. “Moose,” antwoordt hij. Blijkbaar wordt er in dit afgelegen gebied dus op elanden gejaagd. Mogelijk nog een extra bron van inkomsten.

Ik begin te lopen. Mijn achillespees speelt weer op en ook de blaar op mijn linkervoet laat zich voelen. Na een paar stretch-oefeningen besluit ik toch wat pijnstilling te nemen. Verrassend genoeg blijft de pijn daarna grotendeels weg. Ik probeer het rekken er goed in te houden.

Het pad tussen Vuonatjviken en Kvikkjokk is het meest afgelegen stuk van de hele Kungsleden. Geen hutten, geen bevoorrading – je hebt hier écht je tent nodig. Alleen de die-hard thru-hikers wagen zich hieraan, omdat zij (wij!) álle kilometers willen lopen. Na een paar kilometer zie ik een bordje aan een boom: “Polcirkeln”. Yes – ik ben officieel het poolgebied binnengewandeld!

Onderweg kom ik redelijk wat zuidgangers tegen. We delen kampeertips en ervaringen. Bij een kleine noodhut tref ik een vrouw die hier de nacht heeft doorgebracht. Eigenlijk zijn het schuilhutten, maar in sommige kun je tegen betaling overnachten – dat regel je dan later bij een bemande hut. Terwijl ze enthousiast allerlei hutaanbevelingen deelt (die ik eigenlijk niet nodig heb), valt mijn oog op een klein schilderijtje aan de muur. “Van Go” staat eronder.

Ik herken het meteen. Tim Voors! Auteur van o.a. The Great Alone en Not Alone, over de PCT, CDT, Te Araroa én de Kungsleden. Ik heb zijn boeken geluisterd. “Van Go” is zijn trailnaam, omdat hij onderweg graag schildert. In zijn fysieke boeken deelt hij ook zijn schilderwerkjes – en nu zie ik er hier gewoon eentje in het echt. Zo’n mooi toeval.

Buiten hangen flyers over de volgende bootovertocht. Om Kvikkjokk te bereiken moet ik weer met een bootje. En hier begint het echte dorpsdrama: er zijn namelijk twee aanbieders – Björn Sarstad en Jan Stuge. Björn, de local, heeft het familiebedrijf overgenomen en adverteert dit ook zo. Jan is gepensioneerd en pas sinds 2023 in de regio. Hij biedt lagere prijzen aan en “steelt klanten”, aldus Björn.

Wanneer ik Björn bel, laat hij duidelijk merken dat hij het Jan niet in dank afneemt. “Hij is geen echte local,” zegt hij. Ik beloof hem met hem mee te gaan. Zijn vrouw Helena komt me rond 13:00 ophalen. Tijdens de vaart richting Kvikkjokk vertelt ze honderduit over de regio. We komen Björn nog tegen in een ander bootje; hij geeft me een knikje – bedankt dat ik mijn woord heb gehouden. Of dit nou sentiment is of gewoon marktwerking... ik weet het niet. Maar deze keer heb ik voor de lokale ondernemer gekozen.

In Kvikkjokk ga ik naar een STF-berghut om mijn elektronica op te laden en wat te eten. Tot mijn verrassing tref ik een sfeervolle ruimte met eten op tafel, brandende kaarsjes en wandelaars achterover in ligstoelen. Wat een comfort! Als ik dit eerder had geweten… Deze hut heeft zelfs een winkeltje, restaurant en sauna. Wandelen hoeft dus niet per se afzien te zijn. Maar goed, ik hou van mijn tentje.

Ik bestel de lunch – een salade bowl met halloumi, plus onbeperkt koffie en koekjes. Na een week noodles en adventure food smaakt dit alsof ik in een sterrenrestaurant zit. Tegelijk bekruipt me de stress over mijn terugreis. Alles moet nog worden geregeld: trein naar Stockholm? Binnenlandse vlucht? Boottijden? Het is logistiek best ingewikkeld. Gelukkig kan ik even bellen met Lisa. Ze brengt me weer tot rust 🤎.

’s Middags vervolg ik mijn tocht. Het pad is nat en glad – tempo maken is lastig. Alles duurt hier langer dan je verwacht. Maar ik blijf relatief snel: mijn lichte bepakking en trailrun-ervaring helpen me vooruit. De regen valt aanhoudend en ik besluit m’n paraplu te gebruiken, die ik handsfree aan mijn tas bevestig. Niet ideaal in dicht bos, maar het helpt.

Als de regen wat afneemt, zoek ik een vlakke plek en zet snel mijn tent op. Regen vraagt echt om andere skills, waar ik nog niet veel ervaring mee heb. Ik bescherm mijn spullen onder de paraplu en gooi alles snel de tent in. Gelukkig is niets echt doorweekt. Ik trek droge kleding aan – altijd beter om natte kleren aan te houden tot ze droog zijn, maar dat was nu niet nodig. Door lange wandeldagen en tijdig wisselen ben ik kou voor gebleven.

De avond is stil. Mijn stemming is wat somber. Maar ik weet: dit verandert ook weer, net als het weer. En inderdaad – wanneer de ochtend aanbreekt en de regen is gestopt, loop ik weer verder. Met frisse energie. Twee boten wachten vandaag: één met roeispanen, de ander met motor. We gaan het beleven.

Comments


Socials

  • Youtube
  • Black Instagram Icon
  • LinkedIn
Mijn werk supporten?
bottom of page